4. Postproductie, een reis en de première
De opnames waren geweest en het editen was begonnen. Een puzzel van ongeveer 300 gigabyte. Het was prachtig om al het werk van de 1,5 jaar ervoor te zien samenkomen. Nadat de ruwe versie af was, had ik een lange reis door Amerika gepland, zodat de film even kon rusten. Daarna zou ik met een editor de puntjes op de i gaan zetten en zou een sound designer de magie van het geluid toevoegen. De première kwam al rap dichterbij.
Om de film echt soepel te kunnen monteren had ik met twee vrienden een PC gebouwd. Dat wil zeggen, zij bestelden de onderdelen en zetten alles in elkaar, ik was vooral het bubbeltjesplastic aan het poppen. Ik had nog een scherm liggen, kreeg een toetsenbord en speakers van een huisgenoot, en ik kon beginnen. Voor sommige scènes hadden we een nauwgezet storyboard gebruikt, en die konden zo in elkaar worden gezet. Voor één specifieke scène, die echt mijn kindje was, die met het gedicht, had ik al voorstudies gemaakt met ander beeldmateriaal. Andere delen waren meer gepuzzel omdat die op set werden geïmproviseerd. Alles was wonderlijk omdat mijn fantasie werkelijkheid was geworden dankzij de acteurs. Het was allemaal gelukt, de shots waren er en de film zou werken. Een film waar ik echt trots op kon zijn.
Mijn stage was afgelopen en ik had nog twee weken om te monteren voordat ik op reis zou gaan. Ik had een langlopende wens om naar de USA te reizen, omdat dat land zo anders is, en zo gestoord, en om daar Native Americans te ontmoeten. Ik had namelijk voor mijn film, en voor de films die nog komen zouden, veel inspiratie opgedaan uit hun cultuur. De overlevering vertelt veel over de manier van leven van bijvoorbeeld de Cheyenne, de Apache en de Navajo rond de tijd dat de Europeanen in Noord-Amerika kwamen. Men heeft, voordat alle gruwelijke oorlogen, genocides en gedwongen volksverhuizingen begonnen, gedocumenteerd hoe de stammen joegen, aten, spullen maakten, trouwden, dansten, vochten en stierven. Deze informatie is van onschatbare waarde voor de beeldvorming van de prehistorische Europese maatschappijen. Immers, deze observaties laten ons allerlei aspecten van het leven van jagers-verzamelaars zien die nooit bewaard blijven in het archeologische bestand. Bijvoorbeeld spirituele denkbeelden over bizons, over de ziel, over het ontstaan van de wereld of de verhouding tussen man en vrouw. Ook treffen we allerlei voorwerpen en versieringen die onder normale omstandigheden vergaan, zoals tipi's, kleding, haarstijlen, lichaamsverf, een ratel, of maskers van medicijnmannen. Tenslotte zien we politieke structuren die met geen mogelijkheid uit bewaarde botten, tekeningen of werktuigen te lezen zijn.
Maar het is niet zo dat de Native Americans van, zeg, 300 jaar geleden een onveranderd overblijfsel waren van de steentijd, 20.000 jaar ervoor. Zo werden ze door sommige (racistische) observators wel gekenmerkt, maar dit is een grove misvatting. Er is aantoonbaar veel sociale dynamiek en politieke ontwikkeling geweest sinds dat mensen de Beringstraat zijn overgestoken. Bovendien was er op het moment van contact met Europeanen überhaupt ontzettend veel culturele en politieke diversiteit. Men spreekt vaak van the 500 nations, een daadwerkelijke telling van het aantal groepen dat er toen was. Sommigen leefden nomadisch en als jager-verzamelaar, anderen als sedentaire boeren, en weer anderen wisselden tussen die twee. De Yurok stam van Noord-Californië had zelfs een unieke levensstijl: men leefde in dichtbevolkte nederzettingen, maar bedreef geen landbouw. De omgeving was zo rijk aan voedsel dat sedentair jagen en verzamelen lucratief was. Dit alles geeft maar een eerste indicatie van de diversiteit van de mensen die in Noord-Amerika leefden. Wie weet wat voor diversiteit er onder de prehistorische groepen was?
Hoe dan ook, de reden dat ik Native Americans wilde ontmoeten was om te vragen wat ze er van vonden dat ik inspiratie haalde uit hun cultuur. Ik had geen idee hoe gevoelig zulke dingen lagen, en persoonlijk langsgaan leek me het beste. Ik had hiervoor met een vriend een camper gehuurd in Orlando, Florida. We hadden een goedkope deal, maar dan moest de camper wel 8 dagen later in Phoenix, Arizona zijn. Dit zou in eerste instantie al absurd veel uren rijden worden, maar omdat ik een omweg wilde maken langs de gebieden waar de reservaten te vinden waren, zou het in totaal zo'n 4000 kilometer worden. Een uitdagende rit, maar onvergetelijk mooi. Ik heb er een vlog van gemaakt die je hieronder kan zien.
Zoals ik zei, de USA is een gestoord land. Overconsumptie, gebrek aan een sociaal vangnet, stedenbouw gebaseerd op auto's en een waanzinnige drang naar individuele keuzevrijheid hebben het een zeer intense plek gemaakt. Mijn vriend en ik konden op weinig plaatsen levellen met de mensen, er waren veel drugsverslaafde zwervers en het was overal ook nog eens pijnlijk duur. Nog eens iets anders dan het vriendelijke backpackermekka Australië, waar ik het jaar ervoor was geweest. Maar we zetten door, en het is gelukt om mensen te spreken. Ik sprak medewerkers van de Chocktaw en Chickasaw musea in Oklahoma, ik sprak een Cherokee directeur van het Museum of Indigenous People in Arizona, en ik heb meerdere leden van de Navajo Nation gesproken, waaronder een gids die me de petrogliefen van Monument Valley liet zien.
En wat vonden ze? Allemaal waren ze eigenlijk wel positief. Aangezien ik een poëtische (in plaats van bijvoorbeeld gewelddadige) film ging maken vond men het geen probleem als ik inspiratie haalde uit oude voorwerpen, politieke structuren of spirituele ideeën. Waar ik wel voor gewaarschuwd werd is dat wanneer ik specifieke liederen, dansen of andere culturele fenomenen direct wilde overnemen, dat ik dan toestemming moest vragen aan de relevante culturele tribal commission. Zeker als zo'n dans of lied nog steeds actief gebruikt werd bij evenementen. Zo'n commissie beslist dan of mijn script voldoet aan hun waarden. Hedendaagse stamleden die als acteur werken moeten bijvoorbeeld ook clearance krijgen van zo'n commissie voor ze in een film mogen spelen.
Kortom, een enerverende reis, en ik ben overtuigd om nog eens terug te gaan met meer tijd en zéker met meer geld. Ik heb leuke contacten gelegd die ik de volgende keer kan opzoeken. En ik ga stapels met boeken erop naslaan om meer over de Indigenous heritage te leren.
Na mijn reis (in totaal twee maanden) viel ik weer in mijn gewone Utrechtse leventje. Ik had een paar weken voordat mijn Master Applied Ethics weer zou beginnen. Tegen deze tijd was de communicatie met het Rijksmuseum van Oudheden rond. Jeroen Snelten, die mij eerder al had geholpen aan de grotlocatie, kende de conservator van het museum, Luc Armkreutz. Zo kon hij daar een goed woordje voor me doen. Het was twee maanden spannend, omdat hun agenda's druk zijn en mensen op vakantie waren, maar mijn trailers en uitleg waren overtuigend en ze waren enthousiast om een project als het mijne te ondersteunen. Ik kon op hun prestigieuze locatie mijn première houden. Prachtig nieuws!
Via een advertentiewebsite had ik een steengoede editor gevonden, Djehon Shams. Hij was al professioneel editor en regisseur maar hij deed graag een paar projecten per jaar pro bono om de kunst te steunen. Ik heb 3 a 4 flinke sessies met hem aan de film gezeten, om puntjes op de i te zetten, maar ook om hele scènes om te gooien. Dankzij hem kwam het geheel echt naar een hoger niveau. Een bijzonder moment was toen ik besefte dat een stuk van de film niet lekker liep, maar beter gemaakt kon worden door twee scènes in het geheel om te wisselen. Toen we dat deden liep de film als geheel echt soepel.
Het volgende moeilijke punt was de kleurbalans. Hier heb ik veel over geleerd. Eerst had ik, net als de meeste mensen, het idee dat je een film opneemt in kleur en vervolgens hoogstens nog een beetje rood of geel aanzet. Maar de pro's werken met raw footage, de digitale variant van een onontwikkelde filmrol. Raw beeldmateriaal is onverwerkt en bevat alle data zoals vastgelegd door de camera, en ziet er om een of andere reden een beetje grijsbruin uit. Je kunt het vervolgens aanpassen in termen van kleur, helderheid en contrast. Hier een echt mooi kleurenplaatje van maken is een kunst, maar ik had er 0 ervaring mee. Godzijdank had ik Sietse om me te helpen. Hij was net aan een opleiding cameraman op de Filmacademie begonnen, maar kon nog tijd voor me vrijmaken. We hebben 4 lange sessies in de grading room van de Academie doorgebracht, een muf hok met een duur scherm en een bedieningspaneel met extra knoppen. Groen is de moeilijkste kleur om goed te krijgen. En bijna ieder shot had groen. De laatste sessie was maar liefst 11 uur, waarin we net een keer teveel hadden moeten zeggen "Ja, nu is de groen beter, nee, nu te geel, nee… nu weer te groen…" Op zo'n moment moet je even naar buiten voor een peukie, even naar de appie voor een zak M&Ms en vervolgens naar een plantsoentje om echt GROEN in je ogen te krijgen. Het is allemaal net op tijd af gekomen, maar het groen in dat ene shot kon nog net wat beter…
Ondertussen had ik via via een sound designer gevonden, Anton Maydanyuk. Hij heeft met zijn uitermate fijne werk de kers op de taart geleverd. De beelden kwamen echt tot leven dankzij hem. Ieder vogeltje, stapje en hapje kreeg een ritsel, veeg of kraak. De Poten van de Bizon was als opdracht voor hem meer meditatie dan werk, schreef hij via Telegram. Helaas was hij ziek tijdens de première. Ook al heeft hij zoveel moois bijgedragen, hierdoor heb ik hem nog steeds niet gezien of gesproken.
Oh ja, de première! 26 oktober, dat was een prachtige dag. Zoals ik al zei was het Rijksmuseum van Oudheden enthousiast om een beginnende maker als ik te steunen. Ze hadden de enorme entreehal ter beschikking gesteld, met het scherm voor de echte Egyptische tempel die in de jaren '60 daar was neergezet. Een spectaculaire setting voor een filmvertoning. In de ochtend was ik met Freek heen en weer geracet naar Den Bosch, aangezien een vriendin van ons daar een matinéevoorstelling had van haar afstudeerfilm. Zo kwamen we al helemaal in de première sfeer.
In Leiden werd ik ontvangen door het kundige personeel, ze waren al bezig met de stoelen opzetten. De film trok veel van mijn vrienden en familie. Sommigen van hen hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om een dagje Leiden te doen, of zelfs een weekendje, en ze bezochten meteen de Bronstijd tentoonstelling. Rond 17u begon iedereen binnen te druppelen, en ik werd ook blij verrast met de aanwezigheid van een groep archeologen van de Universiteit Leiden, die via Corrie Bakel waren uitgenodigd. Er kwamen verder vrijwilligers van het Archeon, en ook Staatsbosbeheer was vertegenwoordigd. Alles bij elkaar meer dan 100 man, bomvolle zaal. En de verwachtingen waren hoog. Het ging door me heen: voor mij werkt de film, maar zou het ook overkomen op de rest?
Conservator Luc Armkreutz kon wegens werkzaamheden helaas niet bij de première zijn, maar hij had gearrangeerd dat een onderzoeker van de Universiteit Leiden, Gerrit Dusseldorp, in zijn plek zou spreken. Hij leidde de film in met een analyse van de grottekeningen van Cussac. In zijn onderzoek test hij de hypothese dat zulke tekeningen het resultaat zijn van gesamtkunst en gemaakt werden als performance art. Het lijkt soms, door de plaatsing van de kunstwerken ten opzichte van elkaar en door de abstracte tekens rondom, dat er een verhaal werd verteld tijdens het tekenen. Ook de plaatsing binnen de grot is significant: in veel grotten zijn tekeningen vooral te vinden op plekken waar een goede echo te horen is. Cussac heeft specifiek een bijzonder mysterie. De grot bevat dierenfiguren die in de poreuze rotswand gekerfd zijn. Hierdoor zijn ze moeilijk te dateren. Sommige tekeningen zijn overlappend, en hoewel we kunnen zien in welke volgorde ze gemaakt zijn is het niet af te lezen of er 5 minuten, 5 dagen of 500 jaar tussen de verschillende tekeningen zat. Een betere introductie had ik niet kunnen wensen.
In mijn eigen praatje belichtte ik voornamelijk een paar grappige ontstaansverhalen van de film, de sidequests die ik in de afgelopen twee jaar heb beleefd. Zoals de keer dat ik met vrienden probeerde een soep te maken met kookstenen, en dat de stenen toen in ons gezicht ontploften omdat ze niet goed gedroogd waren. Of de keer dat ik in mijn eentje op de Maashorst was op zoek naar de bizons, en uiteindelijk werd achternagezeten door een kudde taurossen. En ik vertelde over wat een geweldige ervaring het maken van de film was geweest en dat ik geen twijfel had om door te gaan naar een volgende film.
We keken met z'n allen De Poten van de Bizon, en het was duidelijk: hij maakte een impact. De shock bij de opening met het karkas, gelach bij de grappen en bewondering van de natuur door het geheel. Ik kreeg laaiend enthousiaste reacties, werd overladen met felicitaties. De première was een succes. Er was een gezellige naborrel in café l'Esperance, met een afzakkertje in Utrecht.
Het is echter niet bij één vertoning gebleven. Ik heb De Poten van de Bizon in de week erna nog eens in het Rijksmuseum van Oudheden vertoond tijdens de ArcheoNacht. Dat is hun versie van de museumnacht. 3 keer een presentatie gegeven in een kleiner zaaltje, met elke keer zeer enthousiaste reacties. Blijkbaar werkte de film ook voor complete vreemden! De week daarna ging ik langs in Uden bij Free Nature, een organisatie die aan wildbeheer doet. Tegelijk met al het bovenstaande had ik drie mastervakken afgerond, dus na deze dag had ik een kleine burnout en moest twee weken rustig aan doen.
Inmiddels ben ik weer op gang gekomen en zijn de volgende vertoningen al in beeld. Bij de première had de vertegenwoordiger van Staatsbosbeheer me meteen gevraagd of ik niet op hun nieuwjaarsreceptie wilde komen. Het Hunebedcentrum in Drenthe wilde wel een screening in de kerstvakantie, en het Urgeschichtliches Museum in Blaubeuren, waar de Swäbische fluiten liggen die mij inspireerden, had ook interesse. De Poten van de Bizon gaat dus mogelijk binnenkort al internationaal!
En dat is een groot deel van de planning voor de komende tijd (zie Planning).
Ik ga de film op zoveel mogelijk plekken laten zien, donateurs trekken en
netwerken. Wetenschappers ontmoeten en ze betrekken bij het volgende project.
Musea en universiteiten in Frankrijk, België, Duitsland, Spanje, Italië, maar
ook Kroatië en Tsjechië en verder, ik ga ze allemaal mailen. Met een beetje geluk
kan ik straks, als ik in april klaar ben met mijn Master, op afstand werken en rondreizen
langs alle oertijd sites in Europa. Er komt nog zoveel aan, en ik heb er ontzettend
veel zin in! Het avontuur is pas net begonnen.
November 2024